De praktijk van transitie-in-uitvoering is en blijft een kwestie van prutsen en proberen. Zet jezelf dus niet bij voorbaat vast in een harnas van wat allemaal moet. Blauwdrukken zijn soms heel nuttig, maar niet als het gaat on langlopende programma’s met veel onvoorspelbaarheid. Hou dus bewust ruimte om aan te passen, om mee te bewegen en te veranderen. Bij deze vijf adviezen om je staande te houden in de rommelige, soms teleurstellende, soms veel te trage, soms superfeestelijke gang van zaken:

• Meebewegen en aanpassen – je kan nog zoveel plannen maken, de praktijk is toch altijd weer anders, rommeliger, tegenstrijdig en niet zelden teleurstellend. Je moet kunnen improviseren. Je kan niet alles (vooraf) weten. Je moet in staat zijn om dingen ‘losjes’ te plannen, zodat je kunt meebewegen en je kunt aanpassen indien dat gevraagd wordt.
• Blijven leren – informatie, kennis en inzichten zijn maar beperkt houdbaar. Zorg dat je op de hoogte blijft van relevante ontwikkelingen. Abonneer je op nieuwsbrieven, volg een cursus, lees de krant, verzamel en lees onderzoeksrapporten van relevante instellingen, organiseer een meeting of minds of …
• Loslaten – programma’s ontwikkelen zich als ze eenmaal in gang gezet zijn. Mogelijk was je aan het begin de inspirerende en onvermoeibare trekker. Maar de fasen in een transitie vragen om verschillende competenties en vragen dus om verschillende mensen. Dus let op de signalen wanneer het tijd is om te gaan in je eigen project.
• Succes vieren – geniet ervan als dingen lukken, hoe bescheiden ook en vier dat met elkaar. Koop koekjes voor bij de koffie, zet een kopje thee of haal een kratje bier … You name it, als je maar stilstaat bij de dingen die goed gaan.
• Vakantie houden – niet in de laatste plaats, stap er af en toe even uit. Neem vakantie, hoe je dat ook doet. Trek eropuit. Ga kamperen. Wandelen. Een marathon lopen. Musea bezoeken of … wat je ook past. Zorg dat je niet bereikbaar bent en dus ook afschakelt (digitaal én mentaal). Ze redden het echt prima zonder je.